Tenerife, The End
Door: Leo
Blijf op de hoogte en volg Leo
07 November 2014 | Spanje, Santa Cruz de Tenerife
Voor de dagelijkse schrobbeurt, was ik nog snel de laatste kledingstukken, die na nog geen drie uur helemaal droog zullen blijken te zijn. En dat in de winter en zonder droger. Uiteraard schuif ik weer een reuzecroissant naar binnen en neem afscheid van een paar mensen, die ik op deze camping heb leren kennen. Ach, vandaag was er een nieuwe gast met een hele grote Duitse herder, die zo te zien letterlijk op zijn laatste benen liep. Zijn vacht was niet zo mooi meer, hij sleepte met zijn achterpoten en hij keek je met die grote trouwe hondenogen aan. Mooi beest en letterlijk iedereen op het terras ging hij langs en iedereen gaf hem aandacht. Een aai over bol, tikjes op de flanken, etc.
Het tentje afbreken stelt uiteraard niets voor. Gelukkig was het juist vandaag droog, want in de stromende regen je tent af moeten breken en daarna je in een motorpak moeten hijsen vind ik niet altijd even leuk. Maar goed, de weergoden waren mij vandaag goed gezind en rond 10 uur kan de camping weer meegenieten van de sonore ronk uit de dempers van El Guz.
Wat staat er vandaag op het programma? Ik heb een route naar en door de bergen van Tenerife uitgestippeld, kan ik misschien een beetje afkoelen, en vanavond om 22:30 moet ik inschepen. Als je bedenkt, dat de route nog geen 150 km omvat, dan begrijp je wel, dat ik vandaag langer niet dan wel op de motor zal zitten. Het eerste stuk van de route volgt de kustlijn naar het noorden toe, evenwijdig aan de snelweg, maar dan al slingerend tegen de berg aan. De temperatuur is heerlijk, niet te warm en zeker niet te koud (zo’n 25 graden) en dan ik het goed uit te houden. Het wegdek is echter maar zeer matigjes, met soms grote (vorst? haha)gaten er in. Rond lunchtijd rij ik een bergdorpje binnen en stop voor een bakkerijtje (Spaanse variant van een patisserie). Brood heeft hij wel, maar beleg niet. Jammer, want er staan hier leuke bankjes in het zonnetje. Maar hé, wat is dat daar? Een minimercado en daar sla ik mijn slag, brood met kaas en chorizo, wat te drinken en een echte Tenerifiaanse banaan. Uiteraard wordt alles in het zonnetje, op het bankje opgepeuzeld. Altijd handig, zo’n uitgebreid kampeerbestekset bestaande uit…. een mes. De banaan bewaar ik voor vanmiddag. Na nog zo’n 2 uur bochtenwerk (de rechte stukken zijn meestal niet langer dan 50 meter en ik neem doorgaans de moeite niet om op te schakelen en doe dan ook bijna alles af in de derde versnelling; oh wat blubbert El Guz dan lekker zo’n bocht uit, gewoon een feest en van het gewicht achterop merk ik echt helemaal niets) sla ik eindelijk links af en ga de bergrug op. Een half uur bochtenwerk (met nu prachtig wegdek) later zit ik in de wolken, die ik de hele dag al tegen de berg heb zien hangen. Dan ik het wel frisser hoor, misschien wel 18 graden of zoiets. Afzien, dat ben ik niet meer gewend zeg. Maar o, o, wat is het mooi hier. Met heel aparte kerstbomen langs de weg (zonder ballen overigens), je kijk je ogen uit hier. Wat later rij ik de wolken weer uit en sta ik even later naast een tikkende motor in het zonnetje om mij heen te kijken, werkelijk schit-te-rend! De afdaling naar het noorden toe is weer heel anders, ook door een dennenbos (ook weer met die aparte dennenbomen), dat weg iets weg heeft van een bos tegen de duinen aan. Een idiote vergelijking natuurlijk, maar het zal de zanderige lijkende grond zijn, die mij in de maling probeert te nemen. Op deze afdaling naar La Laguna ontdek ik overigens een voor mij onbekende camping en ik heb heel veel vooronderzoek gedaan naar campings op het eiland. La Laguna, tja… wat zal ik zeggen? Het is een stad, waar veel mensen wonen en waar ik zonodig doorheen zal moeten om naar een ander prachtig berggebied (het Mercedes gebergte) te kunnen. Nou, volgens Tripy zou ik allerlei verkeersovertredingen moeten maken (winkelstraat alleen voor voetgangers), maar uiteindelijk ben ik die stad weer uit. Met niet veel meer dan 300km op de dagteller brandt het controlelampje van de benzinevoorraad al. Dat zou inhouden, dat ik voor zo’n 150km aan benzine heb laten verdampen en/of heb gemorst. Hoe dan ook, er moet getankt worden en voor net iets meer dan euro per liter gooi ik de tank bijna vol. Bijna vol, want ik verwacht straks in het Mercedes gebergte met regelmaat de moeten stoppen. En ja hoor, wat is het hier onbeschoft mooi. Wat een prachtige omgeving, een combinatie van dichte bossen met de mooiste bomen, fenomenale bochten en met regelmaat prachtig uitzichten (waar je ook van kan genieten, want hier kan je de motor wel langs de kant van de weg zetten, in tegenstelling tot veel andere gebieden in Spanje en de Canarische eilanden). Oh ja, de Tenerifiaanse banaan heb ik in dit bos opgepeuzeld. Ik had er al iets over gelezen en hij smaakt echt anders dan de bananen, die we in Nederland kennen. Hij is veel zoeter en het vruchtvlees is ook harder, kortom lekkerder dan “onze” bananas. Het loopt “al” tegen vijven als ik de kuststrook weer nader en in het stadje San Andres, aan de boulevard, parkeer ik de motor om daar in één van de barretjes wat te drinken. Naast El Guz zie ik een bejaard echtpaar met klaarblijkelijk een huurauto worstelen. Al snel begrijp ik, dat ze verlichting maar niet uitgezet kunnen krijgen en alhoewel ik nog nooit met een VW Polo kennis heb gemaakt help ik deze mensen uit de brand. De man had zijn sleutel nog gewoon in het contact zitten, vandaar. Als zij mij willen bedanken, ziet de man plotseling het logo van Moto Guzzi op de tank en hij fleurt helemaal op, zijn dag lijkt ineens geslaagd te zijn, zijn zorgen van de huurauto zijn compleet vergeten. In rap Italiaans, ik moest hem afremmen en langzaam laten praten, verkondigt hij dat zij afkomstig zijn uit een klein plaatsje langs het Como meer (Lago di Como), en dat dorpje ligt niet ver af van een stadje aan datzelfde meer…. Mandello del Lario. Nee, nog steeds geen idee war dit naar toe gaat? Het is de geboorteplaats van El Guz! In no time zijn wij dikke vrienden geworden, een prachtig voorbeeld dat kunst en techniek volkeren verbroedert. Deze lieve mensen zijn zojuist van het vliegveld naar dit dorpje komen rijden om op hun oude dag van het heerlijke klimaat hier te kunnen genieten.
Ik besluit om eerst de tickets in Santa Cruz de Tenerife op te halen. Na veel gezoek en gevraag kom ik er uiteindelijk achter waar ik moet zijn. Dan moet ik nog zeker zo’n 4 tot 5 uur zien te overbruggen, dat wordt lang tafelen en kan ik mijn 2e boek uitlezen. Ik heb het niet zo op steden en daarom besluit ik terug te rijden naar San Andres, naar die boulevard. Het zal je niet verbazen, dat er veel restaurantjes en bars te vinden zijn. Aan het eind van de boulevard, bij een vissershaventje, zie ik een klein visrestaurantje liggen. Ik parkeer daar El Guz en op mijn gemak slenter ik naar het terrasje. Ze hebben geen menukaart, alles staat met krijt op wat bordjes geschreven en ik vraag aan de ober om een lekker visje met wat salade. Nou, dat heb ik geweten hoor. Schrijf op: Bar-Restaurant Cofradia de Pescadores, Playa de Las Teresitas in San Andres. Oké, ik ben geen fijnproever en er zullen vast andere goede restaurantjes zijn en ja, ze hebben heus geen Michelin sterren en nee, ze serveren geen liflafjes, maar o wat was dit lekker. Een stevig stuk vis, qua structuur leek het net vlees, met drie stevige aardappeltjes, sausjes er bij….. Als het klimaat, de prachtige natuur of de vriendelijke mensen van Tenerife je nog steeds niet overtuigen om dit mooie eiland eens te bezoeken, nou dan geeft dit restaurantje je het laatste zetje wel hoor.
Goed, weer terug op aarde. Na aan de boulevard nog een el sorbetto te hebben verslonden, lees ik nog wat aan dezelfde boulevard en daarna tuf ik naar Santa Cruz om op een bankje (sorry, om 10 uur is het nog steeds lekker buiten) verder te lezen. Ik zit hier op een surrogaat boulevard met veel joggende mensen, jongelui die blijkbaar “uit gaan” en veel in-line-skaters. Iedereen is in een goede stemming, echt iedereen! Zou het milde klimaat hier iets mee van doen hebben?
Iets na tienen rij ik naar de haven, waar de boot al klaar ligt. De douane controleert bij sommigen de koffers en ook ik krijg het verzoek om de tanktas te openen. Hij wijst eerst op het zijvakje van de tanktas, daar zit niet veel in haha. Maar nee, hij bedoelt de tanktas zelf. Ook is hij geïnteresseerd in de bagagerol en vraagt of ik kankerstokjes bij mij heb. Gelukkig is een verklaring van de inhoud voldoende en hoef ik hem niet te openen en ik kon mij wat de sigaretten betreft net inhouden, zijn maat liep met een peuk in zijn bek rond, want ik wilde eigenlijk zeggen, dat ik nog niet dood wil. Bijna iedereen in Spanje, ook hier, wil dat zo te zien namelijk wel, want bijna iedereen rookt.
Tegen elven kan de brommer gestart worden voor het laatste stukje op Canarisch grondgebied. Aan boord gun ik mijzelf nog een biertje en whapp ik nog even met dochterlief.
-
08 November 2014 - 18:20
Joyce:
Die temperaturen zijn we hier zo jaloers op... Hier loeit de CV :-D Bromze.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley